13
‘En in die droom, herkende je het meteen ?’ ‘Ja. Het was de beek bij Broadhurst Farm. Die is pas later in een meer veranderd.’
‘En je zei dat Jojo er al was. Kon je hem goed zien ? Hoe zag hij eruit ?’
Stuart Capel boog zich naar voren en keek strak naar de cassetterecorder. Lambourne had hem verteld dat het krijgen van een duidelijker beeld van Jojo een van de sleutels zou zijn. Hij had Lambournes aantekeningen in zijn hand. Sessie 4, 28 februari 1995, stond erboven. Hij wist dat ze hoorden bij de laatste cassette die hem was toegestuurd.
‘Ik kon het niet goed zien… het was te mistig, en hij was te ver weg.’ Toen, na een korte stilte: ‘Ik kon hem alleen goed zien als ik dichterbij was, omhoogkeek vanuit het water…’ Stilte. Het gedreun van het verkeer in Londen op de achtergrond. Een kuchje van Lambourne.
Stuart kon voor zich zien hoe Eyran zijn best deed om een duidelijker beeld te krijgen. tenslotte: ‘Hij had donker haar, een beetje krullend, en sprekende ogen… blauw of donkergroen. Dat kon ik niet goed zien.’
‘Deed hij je denken aan iemand die je kende ? Een vroegere vriend of iemand van school ?’
Een langere pauze deze keer. Eyrans zachte, regelmatige ademhaling was even duidelijk hoorbaar. ‘Nee. Maar hij had iets bekends over zich… hoewel ik niet weet waarom.’ ‘Aantekening een,’ zei Lambournes diepe stem op de band. Stuart deed gehoorzaam wat hem werd opgedragen en las de aantekening. Een eerste vermoeden was dat Jojo misschien gemodelleerd was naar het uiterlijk van een vriendje van vroeger, iemand uit Eyrans verleden. Nu dat werd ontkend, vanwaar dan die bekendheid ? Na de mededeling van ‘aantekening een’ was een pauze van acht seconden, en toen: ‘Wordt vervolgd.’ Lambourne had de band op een cassette overgezet en zelf de onderbrekingen ingelast. Het deed Stuart denken aan een Linguaphone-talencursus, met pauzes waarin je de zinnen moest herhalen. ‘Heeft Jojo je verteld waar jullie elkaar eerder hadden ontmoet ?’ ‘Nee. Ik had hem verteld dat ik mijn ouders zocht, en dat was de eerste keer dat hij me aanbood me daarbij te helpen.’ ‘En je bent teruggegaan omdat je hen daar in een eerdere droom had gezien.’
‘Alleen mijn vader.’ Weer een lange stilte. Zacht geritsel van papier. ‘Dat was toen Jojo wilde dat ik het meer overzwom… Hij vertelde me dat hij zijn ouders ook was kwijtgeraakt en hen niet had kunnen vinden totdat hij het meer was overgezwommen.’ ‘Heeft hij je verteld wat er met hen gebeurd was ?’ ‘Toen nog niet.’ Eyran slikte en schraapte zijn keel. ‘Pas in een andere droom… later. Maar hij zei dat het jaren geleden was en dat hij het zich nog nauwelijks kon herinneren.’ ‘Aantekening twee.’ Gedeeld verdriet, hoewel het Jojo goed uitkomt dat hij zich zijn verlies niet herinnert, waardoor dat van Eyran het belangrijkste onderwerp blijft. Het meer overzwemmen kan voor Jojo het symbool zijn dat Eyran hem vertrouwt, zich aan zijn zijde schaart. We weten uit een latere droom dat ze hun zoektocht samen voortzetten, dat de barrière dan inmiddels genomen is.
Lambournes stem op de band herinnerde Stuart aan hun eerste gesprek. ‘Wanneer besefte u voor het eerst dat er een probleem was ?’
En hij had Lambourne alles verteld. Het negentien dagen durende coma. Het ziekenhuis. De nachtmerries. Alles, behalve hoezeer het hem had tegengestaan om met Eyran naar hem toe te komen. Hoe hij zich had vastgeklemd aan de Eyran die hij zich herinnerde.
Eyran was uiteindelijk vier dagen voor Kerstmis uit zijn coma ontwaakt.
Wanneer besefte u voor het eerst… ? Was dat geweest toen hij Eyran vertelde dat zijn ouders dood waren ? Het ziekenhuispersoneel had opdracht gekregen om hem alleen te vertellen dat zijn ouders ziek waren en op een andere afdeling lagen, totdat Stuart kwam. Maar Stuart herinnerde zich die uitdrukking op Eyrans gezicht toen hij hem voor het eerst terugzag, die verre, verloren blik in zijn ogen, bijna alsof Stuart iemand was die hij maar vaag kende en even niet kon plaatsen.
Dat was de eerste uren zo gebleven, die korte vertraging in herkenning en respons. Stuart had dat eerst uitgelegd als een gevolg van de shock en het verdriet, en Eyrans worsteling om het ongelooflijke, het onacceptabele te verwerken. Maar later die avond, toen Eyran was gaan slapen, was Stuart naar Torrens gegaan om hem zijn mening hierover te vragen. Welk deel van Eyrans traagheid in reageren was te wijten aan het coma, welk deel kon worden toegeschreven aan de shock en het verdriet, kreeg hij medicijnen die dat misschien als bijwerking hadden, hoe lang kon deze toestand voortduren en, wat het belangrijkste was, kon die misschien permanent zijn ?
Torrens begon met het voor de hand liggende: het was te snel om daar iets zinnigs over te zeggen, hij was pas een dag uit zijn coma, en ja, hij kreeg medicijnen toegediend, promethazine, om zijn lichaamstemperatuur laag te houden, hoewel die zijn reacties niet zouden mogen vertragen. Maar het was mogelijk dat de shock als gevolg van de dood van zijn ouders een dergelijke reactie teweeg kon brengen. ‘Zijn geest kan verdoofd zijn door de veelheid van de recente gebeurtenissen. Hij was net ontwaakt, zijn elektrische en chemische impulsen waren voor het eerst na bijna drie weken weer aan het werk en plotseling moesten ze omgaan met het feit dat zijn ouders dood waren. Die verdoofdheid en traagheid in reageren kunnen een vorm van zelfbescherming zijn. Ik betwijfel of alles al bezonken is. Heeft hij veel gehuild toen u het hem vertelde ?’ ‘Ja, een beetje.’ Maar wat Stuart het meest had getroffen, was die verloren, radeloze blik in Eyrans ogen. Hij had hem in zijn armen genomen en een ontlading van verdriet verwacht die nooit was gekomen; alleen maar diezelfde droevige, verre blik in zijn betraande ogen toen ze zich losmaakten uit hun omhelzing. ‘Ik geloof niet dat we er de eerste paar dagen te veel uit moeten afleiden. Daarna zal ik wat gerichte reactietests met hem doen.’ Een paar dagen ? Stuart was ervan uitgegaan dat hij de volgende dag met Eyran zou terugvliegen, zodat ze voor Kerstmis thuis zouden zijn.
Uitgesloten. Afgezien van de noodzakelijke tests en vervolgonderzoeken hadden ze ook rekening te houden met Eyrans andere verwondingen. ‘Die gebroken rib heeft nog enige tijd nodig en we willen hem opnieuw verbinden en nog wat röntgenfoto’s maken voordat we hem toestemming voor zo’n lange vlucht geven. Ik zou rekenen op nog vijf a zes dagen voordat hij kan vertrekken.’
Daar blijven met Kerstmis ? Hij wist dat hij Eyran met de kerstdagen onmogelijk alleen in het ziekenhuis kon achterlaten, maar hij verheugde zich er niet op om Amanda te bellen en haar te vertellen dat hij met de kerst niet bij haar en Tessa zou zijn. Het had hem meer dan een week gekost om openlijk met Amanda over zijn verdriet te praten. Zoveel jaren in de boksring met Jeremy, ruzie maken over stompzinnige, onbetekenende zaken, het leek nu allemaal verspilde tijd, zo ontzettend zinloos. Geen mogelijkheid meer om de strijdbijl te begraven, behalve dat op holle fluistertoon uitgesproken ‘ik hou van je’, woorden die een wit wolkje in de kille buitenlucht vormden toen ze Jeremy’s kist in de grond lieten zakken. Het enige wat hen de afgelopen tien jaar bij elkaar had gehouden, was Eyran geweest. Als Eyran er niet was geweest, had hij met Jeremy dezelfde relatie gehad die hij met zijn vader had.
Hij was nooit verder gekomen als hij Amanda probeerde uit te leggen wat zijn affiniteit met Eyran was. Hij had een deel van zijn leven geleefd dankzij Eyran, zijn kindertijd waarvan hij het gevoel had dat hij die was kwijtgeraakt, de misverstanden en barrières tussen zijn vader en hemzelf, die hij herhaald zag worden tussen Eyran en Jeremy. Maar soms was hij ook te ver gegaan, had hij zichzelf voor de gek gehouden met de opvatting dat hij beter wist dan Jeremy hoe Eyran opgevoed moest worden en geprobeerd de alternatieve vader uit te hangen. En daar voelde hij zich nu schuldig over: dat forceren van zijn hechte band met Eyran, zijn poging de bemiddelaar uit te hangen en zo Jeremy iets van zijn glans te ontnemen; kostbare jaren die nu niet meer goedgemaakt konden worden.
Nadat hij Torrens’ prognose had uitgelegd, volgde er een korte stilte van Amanda. tenslotte zei ze: ‘Ik begrijp het. Je moet bij hem blijven.’
Maar de stilte en de toon van haar stem zeiden het allemaal: je hoort hier bij ons te zijn, bij je gezin, maar hoe kan ik nu ingaan tegen je voorkeur voor Eyran en harteloos overkomen door te suggereren dat je hem met Kerstmis alleen in het ziekenhuis moet laten ?
‘Bedankt voor je begrip. Ik bel je op kerstavond, én op eerste kerstdag, om heel lang met Tessa te praten.’ Kerstmis in het ziekenhuis was maar vreemd. Op kerstochtend kwam iedereen naar de kantine voor een kleine show met als hoogtepunt een van Torrens’ collega’s, dokter Walowski, die de kerstman speelde met een zwaar Duits accent. Het leek op een soort overdreven Benny Hill-sketch, met een paar goedgevormde verpleegsters in korte rode rokjes en zwarte kousen, die zijn helpers speelden. Eyran glimlachte af en toe, maar hij was nog te afwezig en teruggetrokken om echt te lachen. Ook de eerste vage glimlachjes waren pas die ochtend gekomen, toen hij zijn cadeautjes van Stuart openmaakte.
Er stond voor later die dag een kerstlunch op het programma, maar Stuart had iets gewild wat minder georganiseerd en wat persoonlijker was. Hij had van Torrens toestemming gekregen om met Eyran de stad in te gaan, en ze vonden een leuk restaurant vlak bij zee. Het menu was een merkwaardige combinatie van Tex-Mex en Italiaans eten, en maar een paar kalkoenspecialiteiten. Maar de sfeer was heerlijk opgewekt en ongedwongen, met slingers en gejuich, en het Mexicaanse combo in de hoek speelde een repertoire van Tijuana, kerstklassiekers, Tony Orlando, Gloria Estefan en Santana.
Ze namen taco’s vooraf en kalkoen als hoofdgerecht. Stuart had kerstpudding met cognac als toetje en Eyran ijs met pecannoten en ahornsiroop. Ze hadden moeite om zich verstaanbaar te maken boven de muziek en het achtergrondrumoer en moesten het ‘Vrolijk Kerstfeest’ naar elkaar roepen. Maar desondanks genoot
Eyran van de ontspannen atmosfeer. Ze konden er tenminste hun emoties in verliezen en hoefden zich niet verplicht te voelen iets tegen elkaar te zeggen om stiltes op te vullen, vooral omdat Stuart wist dat hij het meeste van het praten zou moeten doen en op zijn tenen door een mijnenveld van emoties zou moeten lopen. Hij had dat de afgelopen drie dagen al in het ziekenhuis gedaan en wist bijna niet meer waar hij zijn voeten nog veilig kon neerzetten.
De band speelde Oye Como Va en Stuart zag dat Eyrans vingers mee tikten in de maat. Mooi, dacht hij, eindelijk iets wat door de barrières breekt die zijn opgericht door het coma en hem voor een deel terugbrengt in het ritme van het leven. Maar zijn glimlachjes waren nog steeds spaarzaam en verstild. Stuart nam koffie met een Southern Comfort en Eyran een reusachtige milkshake met karamelsmaak. Toen ze vertrokken, zong het halve restaurant mee met Knock Three Times. Buiten voelden ze de frisse, zilte zeelucht op hun gezicht, zelfs op een huizenblok afstand van het strand.
‘Laten we naar het strand lopen en een stukje wandelen,’ stelde Stuart impulsief voor. Eyran knikte nauwelijks zichtbaar en er ontsnapte hem een flauw glimlachje.
Langs de vloedlijn waaide het een stuk harder. Een stevige wind uit het westen deed zijn best om de bewolking weg te blazen en de lucht was warm, vochtig en zilt. Terwijl ze over het strand wandelden, vertelde Stuart dat Tessa zich erg verheugde op Eyrans komst. Ze zouden iets bijzonders plannen voor nieuwjaarsdag, als ze weer allemaal bij elkaar zouden zijn. En het was daar, op het strand waar de warme oceaanlucht hun haar in de war blies, dat de vestingmuren van Eyrans emoties uiteindelijk afbrokkelden en hij begon te huilen. ‘Ik mis mijn vader en moeder,’ zei hij snikkend, en Stuart sloeg zijn armen om hem heen en trok hem tegen zich aan. Toen zei hij iets over Mission Beach, waar ze met hun allen een dagje naartoe waren gegaan, woorden die voor een deel werden gedempt door Stuarts jas en tenslotte verloren gingen in Eyrans gesnik en het geruis van de branding.
‘Ik mis hen ook. Heel erg,’ zei Stuart, maar het klonk zo hol en nietszeggend. Stuart voelde het kleine lichaam schokken en trillen tegen het zijne, en binnen in hem voelde hij zijn eigen verdriet groeien tot er tranen in zijn ogen welden, maar deze keer waren ze niet alleen voor Jeremy, maar ook voor de geestkracht en levensdrang van Eyran, die nu ook verloren schenen. Bittere tranen en stille gebeden in de mist die vanaf de oceaan het strand op dreef, de hoop dat de komende dagen en weken misschien wat verbetering zouden brengen en hem de Eyran zouden teruggeven die hij zich herinnerde.
Eyran werd midden in de nacht wakker; knipperende ogen die even niets zagen en een bewustzijn dat onmiddellijk naar een reden daarvoor zocht. Had hij weer gedroomd, of had een geluid hem misschien gewekt ? Hij kon zich geen droom herinneren en toen hij zijn adem inhield en aandachtig luisterde, hoorde hij geen geluiden, afgezien van het zachte geruis van de bomen bij zijn raam. Hij probeerde te beoordelen of de wind toenam, of er storm op komst was, maar de bewegingen van de takken bleven rustig en gestaag, een vriendelijk, geruststellend geruis dat hem gauw weer in slaap zou sussen.
Was hij nog steeds in het ziekenhuis, of was hij in het huis van zijn oom Stuart ? Hij keek naar het licht dat door het raam naar binnen kwam en probeerde de vormen in de kamer te herkennen. Flauw licht van een waterige maan; in zijn kamer in het ziekenhuis was het lichter geweest door de straatlantaarns buiten, het raam groter, en de twee grote bomen die naast het ziekenhuis stonden had hij nooit kunnen horen vanwege de dikke dubbele ruiten. Soms leken zijn dagen in het ziekenhuis en die in Engeland in elkaar over te gaan, en soms was hij plotseling ineens weer terug in zijn kamer in San Diego en werd hij overvallen door verbazing en vreugde omdat alles ertussenin een nare droom kon zijn geweest… maar dan vielen de vormen en schaduwen in de kamer langzaam op hun plaats. De nachtmerries en de momenten dat hij wakker was waren soms moeilijk van elkaar te scheiden: het vriendelijke gezicht van zijn oom Stuart, zijn echoënde stem die hem vertelde dat zijn ouders dood waren, artsen die hem onderzochten en op monitors keken, glimlachende gezichten die hem vertelden dat alles in orde zou komen, dat zijn oom hem zou komen opzoeken en alles zou uitleggen. Je komt bij ons wonen en wij zullen nu voor je zorgen. Alles zal weer goed komen. Tessa verheugt zich erg op je komst. Het ritme van de band dat door zijn lichaam pompte, juichende mensen, glimlachend naar elkaar terwijl ze hun glazen tegen elkaar tikten; iedereen leek zo gelukkig, behalve hij. En dus kwam de slaap als een welkome verlossing en bracht die hem terug waar hij wilde zijn: in de warmte van het korenveld waar hij misschien Jojo zou ontmoeten en ze weer op zoek konden gaan naar zijn ouders.
De eerste droom had hij twee dagen nadat hij uit zijn coma was ontwaakt. De dokters zeiden dat hij negentien dagen had geslapen, maar hij kon zich er niets van herinneren, zelfs het ongeluk niet. Het laatste wat hij zich herinnerde was dat zijn moeder zich omdraaide en over zijn voorhoofd streek, en hij naar haar blonde haar keek en toen weer in slaap viel.
Pas toen hij Jojo in zijn droom zag, begon hij zich fragmenten van andere dromen te herinneren en dat ze dit avontuur van het zoeken naar zijn ouders eerder hadden beleefd. Na de droom bij het meer was er een andere geweest, met Jojo en met hem. Beiden werkten zich door het dichte kreupelhout en de varens tegen de heuvel omhoogwerkten. Jojo had gezegd dat er op de top van de heuvel een open plek was en dat hij vanaf daar de vallei kon zien waar zijn ouders op hem zouden staan wachten. Eyran had zich door het groen geworsteld tot het lichter begon te worden, de bomen en varens minder talrijk werden en hij de open plek op de top van de heuvel zag, en vol verwachting was hij ernaartoe gerend en hij had nauwelijks gemerkt hoe het kreupelhout zijn benen openhaalde. Maar toen hij eindelijk op de open plek kwam, was hij wakker geworden.
Sinds die nacht had hij zichzelf elke keer voordat hij in slaap viel terug gedwongen naar diezelfde droom waarin hij probeerde de top van de heuvel te bereiken en zijn ouders zou terugvinden. Er waren geen dromen meer met Jojo geweest, afgezien van die ene waarin hij alleen in de kale gang van het ziekenhuis zat en wachtte op nieuws over zijn ouders, verwachtte dat Jojo elk moment uit een van de kamers kon komen en zou zeggen dat hij hen eindelijk had gevonden. Maar uiteindelijk waren het oom Stuart en een arts geweest die uit de kamer kwamen, met ernstige gezichten en droevige ogen, en hem vertelden dat er niets meer gedaan kon worden, dat de artsen hun uiterste best hadden gedaan… maar dat zijn ouders dood waren. Dood ! De tranen waren in zijn ogen gesprongen en hij had zijn handen voor zijn gezicht geslagen, maar toen hij weer opkeek, was de gang leeg en waren zijn oom en de arts verdwenen. Toen kreeg hij het gevoel dat het hele ziekenhuis leeg was, dat hij de enige persoon was die daar was. Het laatste wat hij zich herinnerde was dat hij Jojo had geroepen, maar afgezien van de holle echo’s van zijn eigen stem, die weerkaatsten tussen de kale muren van de ziekenhuisgang, had hij geen antwoord gekregen.
En zo restte hem alleen nog maar die grote eenzaamheid in de uren dat hij wakker was, en soms leken die uren wel de nachtmerrie en werden het slapen en zijn dromen – de mogelijkheid om Jojo tegen te komen en misschien zijn ouders terug te vinden – voor hem een welkome, warme realiteit. Bekende spullen waren in zijn kamer neergezet: zijn computer en Daytona-racebaan, en zijn Baywatch-posters waren opgehangen, om te zorgen dat hij zich er thuis voelde, alsof er niet al te veel was veranderd. Maar tenzij ze hem vertelden dat ze een vergissing hadden gemaakt, dat zijn ouders nog in leven waren en het ongeluk hadden overleefd, hadden die geen enkele betekenis voor hem. Oom Stuart en zijn vrouw, tante Amanda, en Tessa, die met hem speelde en erg haar best deed om hem op te vrolijken, werden nauwelijks meer dan vage stemmen op de achtergrond. Hij probeerde zich voortdurend dingen te herinneren, in zijn hoofd de scènes na te spelen van hoe het was: de picknicks op Mission Beach, het bezoek aan DisneyWorld, hotdogs tijdens de wedstrijd van de Chargers, een dagje vissen in de boot van zijn vader. Soms kon hij zijn vader of moeder zelfs horen praten, zich hele zinnen woordelijk herinneren, en waren die andere stemmen in huis alleen maar storend.
Eyran vroeg zich af hoe ver het zou zijn naar Broadhurst Farm. Zes kilometer, zeven ? Hij kwam uit bed en liep naar het raam. Hij liet het licht uit en keek in het bleke maanlicht naar de dingen in de tuin en het veld erachter. De grote eik en de twee olmen hadden bijna al hun bladeren verloren; alleen de twee grote sparren achter in de tuin deinden heen en weer in de wind. De heg die de tuin van het boerenland daarachter scheidde, Tessa’s klimrek, de rotspartij en de vijver, zelfs de kleine dingen in de tuin werden zichtbaar naarmate zijn ogen zich aanpasten aan het duister. Het veld daarachter bleef onduidelijk, afgezien van het vage silhouet van de rij bomen op de top van de heuvel. Hij vroeg zich af of hij, als hij zijn ogen dichtdeed en zich goed concentreerde, zijn geest over het boerenland naar Broadhurst Farm kon laten zweven en dat beeld in zijn hoofd kon houden zodat, als hij weer in slaap viel, zijn dromen hem weer daar zouden brengen. Maar hij wist niet eens precies welke kant het op was. Was het achter de heuvel die voor hem lag, of meer naar het westen ? De maan stond waterig in de nevelige, bewolkte lucht. Even dacht hij dat hij de vage contouren zag van mensen die achter de tuin langsliepen, maar toen hij nog eens goed keek, waren ze er niet meer. Het waren gewoon de schaduwen van boomtakken die bewogen in de wind. Hij deed zijn ogen dicht en probeerde het korenveld achter de heuvel voor zich te zien, liet zijn geest ernaartoe zweven totdat het voor hem lag. Maar hij was daar nog nooit ’s nachts geweest, vond het te griezelig om het beeld in zijn hoofd te houden en probeerde zich te concentreren op hoe het er bij daglicht uitzag, als hij door het koren rende met de warme zon op zijn rug.
Maar dat beeld kwam niet; het bleef donker en kil, grijze schaduwen onder een waterige maan. En op dat moment werd het korenveld voor hem een nieuw symbool van de dood, iets wat in zijn dromen alleen een functie had als hij het bij daglicht voor zich kon zien. Misschien kon hij zijn oom Stuart vragen of hij er morgen met hem langs wilde rijden.
De eerste droom waar Stuart iets van merkte, kwam de zesde dag van het nieuwe jaar. Eyran werd schreeuwend en badend in het zweet wakker. Stuart vroeg hem of hij dat soort dingen al eerder had gedroomd en Eyran zei ja, maar toen waren ze niet zo eng geweest als deze. ‘Wat gebeurde er in die droom ?’ ‘Verschillende dingen. Het was heel verwarrend. Een deel speelde zich af in het ziekenhuis, en een deel op de boerderij waar ik vroeger speelde.’
‘Is dat de boerderij waar we pas langs zijn gereden, vlak bij je oude huis ?’
‘Ja.’
Stuart had het een normaal verzoek gevonden dat Eyran zijn oude huis nog eens wilde zien. Herinneringen ophalen aan de goeie ouwe tijd. Ze waren gestopt en Eyran had de voorkant van het huis bekeken, de veranderingen gezien, de andere kleuren van de raamkozijnen en deuren, tezamen met het vertrouwde: de basketbalring boven de garagedeur, die Jeremy daar had opgehangen. Stuart zag een flits van Jeremy en zichzelf terwijl ze basketbal speelden en zich uitsloofden voor de kinderen. Jeremy had zijn enkel verzwikt en de kinderen hadden hun lachen niet in kunnen houden toen hij wegstrompelde. Ze dachten dat het een onderdeel van de show was. Abbott en Costello die de Harlem Globetrotters speelden. Ze hadden toen een hechte band gehad, want ze woonden maar een paar kilometer bij elkaar vandaan. Het was zelfs zo dat Stuart op Jeremy’s aanraden in die omgeving was komen wonen. Maar al na twee jaar was Jeremy naar de Verenigde Staten vertrokken.
Toen ze weg waren gereden, had Eyran hem gevraagd aan het eind van de weg rechtsaf te slaan. Het was een smal landweggetje en na ongeveer tweehonderd meter had Eyran hem weer gevraagd te stoppen. Stuart was gestopt bij het eerste hek dat hij zag. Deze keer waren ze uit de auto gestapt en hadden ze even over de velden staan turen terwijl hun adem witte wolkjes vormde in de frisse buitenlucht. Stuart vroeg hem of dit de plek was waar ze vroeger speelden.
‘Ja. er is een kleine beek bij het landje daar.’ Eyran wees naar een bebost gedeelte in een glooiing tussen de velden, ovaal van vorm, waarvan de grootste breedte niet meer dan honderd meter was. ‘Aan de andere kant loopt het korenveld schuin omhoog tot aan het bos achter het huis.’
Het was nu nog weinig meer dan een stoppelveld, zag Stuart, dat er bleek bij lag in de koude, mistige lucht. De zon stond zwak en laag aan de hemel en drong maar nauwelijks door de mist die het achterste deel van het landje aan het oog onttrok. Twee kraaien lieten plotseling een schril gekras horen en fladderden weg uit een boom, wat hen wekte uit hun overpeinzingen. Het was bijna een week geleden dat ze de rit hadden gemaakt. ‘Wat maakt je bang in de droom ?’
‘Er was een richel met een gapend gat erachter dat ik pas zag toen het te laat was. Ik viel.’ ‘Is er zo’n richel in dat veld ?’ ‘Nee, alleen in de droom.’ Eyran knipperde even met zijn ogen. ‘En de beek bij het landje is heel ondiep; het water komt niet hoger dan tot halverwege mijn borst.’ ‘Gaat het nu weer goed met je ?’ Een korte pauze om na te denken. ‘Ja.’
Stuart streek hem even speels door zijn haar en glimlachte geforceerd. Hij kreeg een vaag glimlachje als antwoord. Het viel allemaal wel mee, dacht Stuart. Gewoon een paar oude herinneringen die door elkaar liepen en zich een weg door zijn geest baanden. Vermoedelijk als gevolg van hun ritje naar het oude huis en langs de korenvelden.
Maar in de daaropvolgende twee weken had Eyran nog drie dromen gehad, die steeds gewelddadiger en beangstigender werden, en Stuart ging zich zorgen maken. Het grootste deel van de dromen speelde zich af in het korenveld bij het oude huis, of in het ziekenhuis, hoewel één droom zich had afgespeeld in het huis in San Diego, ’s nachts, met de lichten van het zwembad aan en mist die opsteeg van het warme water. Eyran dacht dat hij stemmen uit de spookachtige mist hoorde komen en liep ernaartoe, maar de mist verspreidde zich snel, dreef weg in dichte wolken totdat de hele tuin en het huis erin waren gehuld en hij niet meer kon zien waar hij liep. Hopeloos verdwaald en doodsbang, met de warme mist om zich heen, was hij bijna stikkend wakker geschrokken. Stuart had hem gevraagd of in een van de andere dromen voorkwam dat hij op zoek was naar zijn ouders, en na een korte aarzeling had Eyran ‘ja’ geantwoord, in die droom in het ziekenhuis.
Toen Stuart het met Amanda besprak, stelde ze onmiddellijk voor om met Eyran naar de psychiater te gaan die Torrens hun had aangeraden. Stuart wilde wachten en zien wat de volgende week of zo zou brengen. Het had zelfs tot vijf dagen na zijn terugkeer geduurd voordat hij met Amanda over de psychiater had gepraat.
Stuart herinnerde zich dat hij met Lambournes visitekaartje in zijn hand had staan draaien zonder het echt te lezen, terwijl Torrens hem uitlegde: ‘Het is de elektrische activiteit in de hersenen die me zorgen baart. Die is bij twee verschillende gelegenheden waargenomen, maar alleen de laatste keer bereikte hij de motorieke zintuigen, wat ertoe leidde dat Eyran uit zijn coma ontwaakte. Wat inhoudt dat het overige deel zich tot het onderbewustzijn heeft beperkt. Het kan niets zijn, maar het dient in de gaten gehouden te worden. Gezien het enorme verdriet dat Eyran moet verwerken als gevolg van het verlies van beide ouders, lijkt therapie me in elk geval aan te raden.’ Tk vind niet dat we het moeten uitstellen.’ drong Amanda aan. ‘Die dromen beginnen me zorgen te baren. Waarom zouden we nog een week wachten ?’
‘Ik wil Eyran een natuurlijke rouwperiode geven, tijd om op zijn eigen manier over het verlies van zijn ouders te komen voordat we een psychiater in de strijd werpen om het uit hem te trekken.’ ‘Ik zie hier niet snel verandering in komen. Hij is niet de vrolijke, levendige Eyran die we ons herinneren, en hoe sneller we dat accepteren en proberen daar iets aan te doen, hoe beter. Ik denk niet dat uitstel veel zal helpen. En met die dromen die hij heeft, kan het hem zelfs nog meer kwaad doen.’
Stuart hield voet bij stuk. ‘We weten nog niet eens of zijn gebrek aan respons een gevolg is van zijn verdriet of een bijproduct van zijn coma en verwondingen. En ik ben er niet van overtuigd of een psychiater ons dat wel zal kunnen vertellen. De tijd zal het leren. Laten we hem gewoon wat tijd geven om zijn verdriet te laten bezinken.’
Amanda had hem enige tijd aan staan kijken alsof ze wilde zeggen ‘dat kun je niet menen’. Toen schudde ze langzaam haar hoofd en liep naar de keuken. De daaropvolgende vijf minuten had hij haar met meer vuur dan gewoonlijk bezig gehoord met borden en kopjes en het dichtdoen van laden en keukenkastjes. Misschien had ze gelijk: uitstel was onredelijk. Maar onder haar ergernis kon hij haar bijna de bijtende woorden horen zeggen: jij wilt het niet inzien omdat je niet bereid bent ook maar iets anders te accepteren dan de Eyran die jij je herinnert. Alleen een wonder kan je grote favoriet genezen. Maar die kritiek bespaarde ze hem, of misschien wilde ze datgene vermijden wat een oud en onnodig meningsverschil tussen hen dreigde te worden: zijn betrokkenheid met Eyran en het plaatsen van hem boven zijn eigen gezin. Maar het zou niet lang meer duren voordat die dunne lijn werd overschreden, en ze zat pijnlijk dicht bij de waarheid. Voor een deel kón hij Eyrans huidige toestand niet accepteren, en misschien zou hij dat nooit kunnen. Maar een psychiater was een laatste redmiddel, het in de ring gooien van de handdoek, toegeven dat Eyran psychisch gestoord was en hulp nodig had.
‘… er was niemand, alleen maar die rijen oude potten met onkruidverdelgers en pesticiden… en ik herken het als de schuur in onze tuin. Mijn vader had me gewaarschuwd toen we daar kwamen wonen dat ik niet de schuur in moest gaan voordat hij die gerepareerd had, de vloer was verrot en die oude potten met onkruidverdelgers waren gevaarlijk. Ik was verbaasd, ik herinnerde me dat hij ze die zomer allemaal had opgeruimd, en nu stonden ze er weer.’
‘Zei Jojo iets ? Leg eens uit.’
‘Nee. Ik voel de vloer kraken onder mijn voeten… en hij steekt zijn hand naar me uit. Maar als ik een stap naar voren doe, voel ik de vloer doorzakken… en ik… ik…’ ‘Het is oké, Eyran. Doe een stap achteruit… ga terug… !’ Stuarts aandacht was abrupt weer bij het cassettebandje. Een haarscherpe herinnering aan de droom die hem er tenslotte toe had gebracht om met Eyran naar Lambourne te gaan. Eyrans geschreeuw en Amanda’s snelle voetstappen op de overloop van de eerste verdieping. ‘… ik viel… ik val… alles draait…’ ‘Ga terug… maak je los ! Ga daar weg !’
Stuart boog zich naar voren. Zijn hart bonkte zoals het die avond had gedaan toen hij de trap op rende. Lambourne had melding gemaakt van het gevaarlijke terrein aan het einde van de dromen; dat hij dan zoveel mogelijk terugschakelde naar algemeenheden of willekeurige details. Maar hij was er toch weer ingetrapt: Eyran die op dat moment herbeleefde dat hij viel en machteloos was terwijl alles in het rond draaide. Eindelijk was het weer stil. Alleen Eyrans snelle, moeizame ademhaling was nog te horen.
Lambourne wachtte nog even. ‘Je moet erg teleurgesteld zijn geweest toen je je ouders niet zag. Jojo heeft je teleurgesteld. Heeft hij dat in je andere dromen ook gedaan ?’ Eyrans ademhaling werd weer wat regelmatiger. Hij slikte. ,Stuart ging Lambournes tactiek begrijpen: algemeenheden om Eyrans gedachten op iets anders te richten. Maar deze plotselinge sprong leek Eyran te verrassen. Stuart kon de spanning voelen terwijl de stilte op het bandje voortduurde. Hij zag Eyran voor zich terwijl die zich los probeerde te worstelen van de ene reeks gruwelen en zich door de tijd en mistige beelden moest ploegen om vervolgens uit te komen bij de volgende reeks. Een simpel besluit, en nu liet hij Eyran dit allemaal doormaken ! Een gevoel van schuld overspoelde hem en zijn hand met Lambournes rapport erin balde zich tot een vuist. ‘Dat herinner ik me niet precies. Ik…’
‘Eindigen de meeste dromen op dezelfde manier, zo abrupt ?’ vroeg Lambourne. ‘En blijf je toch tot het allerlaatste moment
hopen dat je je ouders zult terugvinden ?’
tenslotte een langzaam uitademen. Eindelijk gaf hij het toe.
‘Ja.’
‘Aantekening vijf. Jojo biedt hem van de ene droom naar de volgende geen uitleg over zijn falen. Elke droom begint met een frisse start en met Eyran vol vertrouwen en hoop. Als een onverbeterlijke gokker. Eyran verdringt gemakshalve alle vorige gebeurtenissen uit zijn geest en Jojo is daar om hem ervan te overtuigen dat ze deze keer de jackpot zullen winnen.’ Lambourne ging terug naar de vroegste reeks dromen, van voor en vlak na het coma. ‘En in die dromen, de eerste waarin je door het korenveld rent meteen na het auto-ongeluk en de laatste die je je herinnert voordat je in het ziekenhuis uit je coma ontwaakt, hoor je daarin nog andere stemmen ? Of geluiden van buiten ?’ ‘Dat weet ik niet… Ik weet het niet precies.’ Eyran klonk opgelaten, onzeker.
‘Probeer je te concentreren. Neem jezelf mee terug en probeer je te herinneren of je iets hoorde.’
Stuart wist onmiddellijk waar Lambourne naartoe wilde. Na de laatste sessie had Lambourne gezegd dat er mogelijk één ding indruiste tegen de theorie dat Eyran Jojo had gecreëerd om de dood van zijn ouders niet te hoeven accepteren, namelijk dat hij al in zijn dromen was verschenen vóórdat hij uit zijn coma kwam en wist dat ze dood waren. Lambourne zocht naar onbewuste referentie. Stuart had op dat moment erg met Eyran te doen, wilde dat hij naast hem had kunnen zitten om zijn hand vast te houden terwijl hij zich een weg moest banen door het duister van zijn negentien dagen durende coma. Na een lange pauze een zacht, bijna onverstaanbaar gemompel: ‘Er was iets… een mannenstem.’ Stuart voelde dat zijn huid begon te tintelen.
‘Wat zei die stem ?’ De gretigheid in Lambournes stem, bang dat de beelden elk moment weer uit Eyrans geest weg konden glijden.
‘Dat… dat de vrouw er geweest was, dat ze niets meer voor haar konden doen… maar dat er nog hoop was voor de andere twee.’ Stotende ademhaling, met de woorden erdoorheen gemompeld. ‘Er was het geluid van verkeer op de achtergrond… toen werd ik opgetild, en meegenomen.’ ‘Was er nog iets anders ?’ ‘Een paar andere stemmen, verder weg… Ik dacht dat iemand mijn naam riep, maar dat weet ik niet zeker.’ Voor Stuart werden de beelden plotseling te duidelijk, te pijnlijk. In gedachten wilde hij nog steeds Eyrans hand vastpakken, alleen stond hij nu langs de weg waar Eyrans bebloede, zwaargewonde lichaam vocht voor zijn leven. Hijgend vechten voor zijn leven, nu niet meer dan een wanhopig zoeken naar woorden. ‘Toen een heleboel beweging… lichten die pijn deden in mijn ogen. Een stem dichterbij die zei dat het ernaar uitzag dat het weer laat zou worden, maar dat hij hoopte dat hij de volgende dag eerder weg zou mogen. Een andere stem, onduidelijker… die in een radio praat. De radio kraakt en iemand geeft antwoord. En de sirene… weer de sirene… de sirene en het gekraak uit de radio maken me slaperig.’
‘Nog meer stemmen ?’
Een korte stilte. ‘Pas weer op het korenveld. En Jojo.’ ‘Aantekening zes. Herinnering aan ambulancebroeders en politie en de eerste paar minuten in de ambulance. Daarna niets meer. Maar het blijkt dat er sprake was van enige onbewuste referentie waaruit Eyran kon putten. Het feit dat hij al wist dat zijn moeder dood was, zou kunnen verklaren dat ze in zijn dromen nauwelijks voorkomt of verder weg is als ze dat wel doet.’ Stuart herinnerde zich het medische rapport van het ziekenhuis in Oceanside, waarin stond dat Eyrans coma niet rechtstreeks was veroorzaakt door zijn verwondingen, maar door de zich snel ophopende bloedproppen en het oedeem daarna. En terwijl de druk op zijn hersenen steeds verder toenam… totdat… Stuart beet op zijn lip. O, god. Eyran was toen nog enige tijd bij bewustzijn geweest en had, terwijl hij vocht voor zijn leven, gehoord wat het lot van zijn ouders was. Stuart kon nauwelijks een erger scenario bedenken.
Stuarts hand trilde toen hij bij Lambournes conclusie kwam: ‘Tenzij we in de toekomstige sessies geen directe confrontatie met Jojo kunnen aangaan, zal het herstel waarschijnlijk langzaam verlopen. Ik heb echter het idee dat we wat extra licht kunnen werpen op Jojo’s eigen karakter en beweegredenen. Daarom zullen we tezamen met Eyran moeten overgaan op meer gerichte vragen en hem aanmoedigen om antwoorden te willen krijgen, om vervolgens naar Jojo over te schakelen en ze direct aan hem te stellen.
Toch kan dat deel van het proces tot conflicten leiden: alle andere stemmen vertellen Eyran dat zijn ouders dood zijn, en Jojo is waarschijnlijk de enige die dat deel van Eyrans psyche steunt dat zich vastklemt aan de weigering om dat te accepteren. De brug tussen die twee moet heel voorzichtig worden overgestoken. Doen we dat te snel en ontnemen we hem zijn illusie, dan kan Eyran in een gat vallen, of hij wordt gedwongen tot een volledige acceptatie voordat hij daar klaar voor is. Tegelijkertijd, als we niet snel genoeg ingrijpen, zal Jojo hem steeds meer gaan domineren en zal het nog veel moeilijker worden om Eyran van hem los te weken. Dan komt de dreiging van schizofrenie weer een stap dichterbij.’
Stuart schudde zijn hoofd. Veertig minuten in de hel, goedgekeurd door een handtekening van hem, en dat werd nu weer van hem verwacht, dat hij Lambourne toestemming gaf om de confrontatie met Jojo aan te gaan. Toen hij uiteindelijk toestemming had gegeven voor de therapie, had hij zichzelf voorgehouden dat het voor Eyrans bestwil was, maar nu wist hij dat niet meer zo zeker. Hij betrapte zich erop dat hij het gevoel had dat zijn eigen wens, om de Eyran terug te krijgen die hij zich herinnerde, daar een rol in had gespeeld. Deze keer wilde hij er zeker van zijn dat de beslissing enkel en alleen ten gunste van Eyran werd genomen, dat alle valkuilen en gevaren werden afgewogen tegen de voordelen. Lambourne zag Jojo als een gevaar, en hij had ongetwijfeld gelijk, terwijl in Eyrans verwarde geest, nu zijn ouders er niet meer waren, Jojo waarschijnlijk een van de laatste vrienden was die hij op deze wereld nog had. En nu wilde Lambourne Jojo uit de weg ruimen met een enkele handtekening van hem. Stuart pakte zijn pen op en legde hem toen weer neer. Hij bladerde Lambournes aantekeningen nog eens door om zichzelf te sterken. Maar plotseling moest hij zijn tranen wegslikken, boog hij zich moedeloos voorover en legde hij zijn hoofd in zijn handen.